Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij doet mij [1]nederliggen in [2]grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer [4]stille wateren. 1. Verg. Ezech.34:15. 2. Hebr. weiden van gras, of grasscheukens. Anders, in grazige kooien, of hutten, dat is, die rondom omgeven zijn met groene grazige weiden. 3. Gelijk Ex.15:13, en hfdst.31 vs.4. 4. Hebr. wateren der stilte, dat is, die zeer zacht en stil zijn lopende, tot watering der beesten zeer bekwaam.